Bij de Sint Nicolaasstichting in het Overijsselse Denekamp worden veel taken in eigen beheer gedaan. Een voorbeeld daarvan is de was. Manager Sjaak Leferink over eigen beheer versus uitbesteden.

Als we de oprijlaan naar het terrein van de Sint Nicolaasstichting – landelijk gelegen nabij Denekamp – oprijden, worden we meteen gevangen door historische gevoelens. We rijden namelijk rechtstreeks de 19e eeuw binnen, zo lijkt het. In 1875 kwamen hier voor het eerst zusters naartoe. Hard werken, dat konden ze wel. Hard werken en sober leven. “Het is wetenschappelijk bewezen dat religieuze vrouwen gemiddeld zeven jaar ouder worden dan niet-religieuze vrouwen. Dat heeft waarschijnlijk met de levensstijl te maken”, aldus Sjaak Leferink, manager van de stichting. “Ze hebben altijd keihard gewerkt en duidelijke structuren vormen de basis van hun leven. Rust, regelmaat en reinheid.” En reinheid is de reden van onze tocht naar Denekamp, we zijn namelijk nieuwsgierig naar de eigen wasvoorziening aldaar.

“Ze hebben altijd keihard gewerkt en duidelijke structuren vormen de basis van hun leven. Rust, regelmaat en reinheid.”

De Sint Nicolaasstichting heeft naast een zorgfunctie – er wonen 120 ouderen op het terrein, onder wie nog verschillende zusters – ook conferentie en hotelfaciliteiten. Op facilitair gebied doet de stichting veel in eigen beheer. Zo is er een eigen technische dienst – “de zusters willen graag weten met wie ze te maken hebben als ze ‘s avonds onverhoopt iemand nodig hebben” – en ook het groen dat op het terrein van de stichting ligt wordt door eigen mensen tiptop in orde gebracht. Ook de was wordt dus in eigen beheer gedaan. “Dat biedt veel voordelen”, weet Sjaak Leferink. Er is in Denekamp een jaar of vijftien terug geprobeerd om het wassen aan een externe partij te gunnen. “We hebben het wassen heel snel teruggehaald, simpelweg omdat we het zelf beter konden. We wassen voor de bewoners van St. Jozef, zo’n zestig cliënten, en de kloostergebouwen, waar ook ongeveer zestig mensen wonen. Verder hebben we de conferentiecentra, waar jaarlijks 12.000 mensen komen. En we hebben een hotelfunctie die gekoppeld is aan de conferentiezalen.” “De mensen die hier werken conformeren zich aan het gedachtegoed van de zusters. En dat betekent: kwaliteit. Je gaat om met de spullen van anderen alsof het je eigen spullen zijn. We hebben nog vier of vijf zusters die dagelijks meehelpen met vouwen en strijken. Iedereen kent iedereen hier bij de naam. Als er bijvoorbeeld een knoop van een vest is, wordt deze meteen versteld. Dat geeft de betrokkenheid wel aan. Klachten van familieleden dat er was is verdwenen, komen hier ook nauwelijks voor. Een ander bewijs: we hebben een extreem laag ziektecijfer.”

Wasgoed

We lopen ondertussen naar de wasruimte, waar een deel van het wasgoed net naar binnen wordt gereden. Hier staan twee professionele wasautomaten te pronken. Ze hebben ieder een capaciteit van tien kilo wasgoed per charge. Daarnaast staan ook twee droogautomaten die elk veertien kilo per keer kunnen verwerken. “En verderop in de wasserij staan nog twee professionele mangels.” Opvallend is dat de was- en droogautomaten op een verhoging zijn geplaatst. “Wij vinden het heel belangrijk dat onze medewerkers op een gezonde manier hun werk kunnen doen. Vandaar dat we de apparaten op een ergonomisch verantwoorde hoogte hebben laten zetten.” “We gaan voor kwaliteit. Daarom hebben we ook al een jarenlange samenwerking met Miele. De apparaten zijn zuinig en leveren een constante was- en droogkwaliteit. Prettig is bijvoorbeeld dat de zeepdosering volledig automatisch gaat en is afgesteld op het waterverbruik, dat ook nog eens extreem laag is. Zo zijn we minder geld kwijt voor water en elektriciteit en hebben we snelle was- en droogprocessen.” Niet alleen de kwaliteit en duurzaamheid van Miele zorgt voor de jarenlange samenwerking. “Ook de service en nazorg is uitstekend. Daardoor kunnen we erg efficiënt werken, waardoor Miele Professional op de lange termijn de beste keuze blijkt voor zowel de portemonnee als de kwaliteit.”

shareThisPage